BKK-directeur Andreas Schöfbeck werd ontslagen nadat hij erop wees dat er te weinig melding werd gemaakt van bijwerkingen na de ‘coronavaccinatie’. Dit op basis van de gegevens van zo’n 11 miljoen BKK-polishouders. Nu schiet er een andere mol omhoog. De Duitse Landelijke Vereniging van Wettelijke Zorgverzekeringsartsen heeft op verzoek van een lid van de Bondsdag de cijfers over 2021 gepresenteerd. Daaruit blijkt dat bijna 2,5 miljoen mensen na de injectie een arts hebben geraadpleegd. Schöfbeck had dus een punt.
Ook verhoudingsgewijs is dat een extreem hoog aantal. Toch was het geen reden voor autoriteiten als het Paul Ehrlich Instituut, die die cijfers toch moeten hebben zien groeien, om bijwerkingen en sterfte nader te onderzoeken. De autoriteiten lijken het te downplayen (“het zijn niet zulke ernstige bijwerkingen”) en de verenigingen van wettelijke zorgverzekeraars handelen illegaal vanwege hun gesjoemel met cijfers, zoals dtata-analist Tom Lausen duidelijk maakt. Het was in Duitsland bovendien wettelijk geregeld dat er strikt gemonitord en geregistreerd moest worden.
Data-analist Tom Lausen heeft daar vanaf het begin af aan bovenop gezeten. In deze video deelt hij zijn bevindingen in een interview met Milena Preradovic.
Het is in het Duits. Hieronder heb ik de meest opvallende punten kort weergegeven.
Lausen laat een tabel zien naar aanleiding van een verzoek om informatie van een parlementslid. Men had hier per ongeluk het aantal prikken van 1 januari 2021 tot en met maart 2022 genomen terwijl alle andere getallen slechts 1 jaar bestrijken. Dat scheelde 19 miljoen prikken. Foutje. Dit is de inmiddels gecorrigeerde tabel:
Er is drie maanden gewacht op dit informatieverzoek, het Duitse equivalent van een “Kamervraag”. Het samenstellen van deze tabel schat Lausen echter op 10 minuten tot maximaal een uur werk (hij heeft dit werk zelf ook gedaan). Het valt hem verder op dat er onder het document geen naam staat van een contactpersoon of verantwoordelijke.
Hieronder zijn de getallen omgezet naar percentages zodat de jaren onderling beter te vergelijken zijn. (0,36% = 360 per 100.000, 1,85% = 1.850 per 100.000)
Als we bovenstaande getallen vergelijken: In 2019 betrof het aantal bijwerkingen 0,28% van de totaal gezette injecties, in 2021 1,85%. Meer dan 6x zoveel. Hij vergelijkt deze cijfers vervolgens met een andere bron (Arzneimittel-Atlas) en daar valt te zien dat het aantal vaccinaties in eerdere jaren in werkelijkheid veel hoger was. In 2019: geen 24,9 miljoen maar 39,7 miljoen. Dat brengt het percentage bijwerkingen in 2019 verder omlaag naar 0,18%. Daarmee wordt het percentage vaccinbijwerkingen in 2021 niet 6 keer zo veel maar NEGEN KEER zo veel als in 2019.
Tom Lausen uit zware kritiek richting KBV (Overkoepelende organisatie van de 17 verenigingen van wettelijke zorgverzekeraars). Als er niet gericht door politici naar deze specifieke data was gevraagd had het KBV ze vermoedelijk nooit gepubliceerd. Deze informatie staat nog steeds niet op hun website. De brondata worden niet publiek gemaakt, dat gebeurt alleen met geredigeerde en geplausibiliseerde verslagjes. Deze werkwijze zien we ook terug in het CBS/rivm-rapport.
Onwettig
Wettelijk zijn in Duitsland al in een vroeg stadium regels ingesteld om de vaccinaties transparant en strak te kunnen monitoren en bewaken, om de kwaliteit met Duitse Gründlichkeit te waarborgen. Het blijkt dat de diverse instituten zich niet aan deze wetten hebben gehouden. Ze worden daarop niet aangesproken.
Ook is niet onderzocht of het om lichte of ernstige bijwerkingen gaat terwijl ook dat omschreven staat in de wet. Men hoeft het kennelijk nu niet meer zo heel nodig te weten.
Lausen klaagt dat de data zijn versnipperd over diverse instituten die om allerlei redenen hun data niet met elkaar willen delen. In Duitsland blijkt dat een struikelblok. Van Nederland zou hij kunnen leren dat wij maar één instituut hebben (geen 17 “Bundesländer” om mee te beginnen) en dat ook dan de data niet worden vrijgegeven.
Sterfgevallen
Duizenden meldingen van sterfgevallen zijn gemeld door particulieren, leken op medisch gebied. We zien van die meldingen bijvoorbeeld hieronder in de groep van 12-17 jaar (dit zijn alleen Pfizer en uitsluitend meldingen binnen 6 weken na vaccinatie) in totaal 7 doden. Zoals Lausen terecht opmerkt: zeker in deze leeftijdsgroep zullen familieleden een welomschreven reden hebben gehad om het verband met vaccinatie te leggen. (Hoe het zit met onderrapportage komt niet ter sprake.)
Drie overlijdens van kinderen vonden op de dag na vaccinatie plaats. Dus: jonger dan 18 jaar, geprikt en binnen 1 dag dood. In de leeftijdsgroep 18-59: 85 doden gemeld, door familieleden, ook binnen één dag gestorven. Dat zijn dus mogelijke vaccindoden. Vele families zullen melding hebben gedaan omdat de gevaccineerde voordien niets mankeerde. Toch worden er nog steeds geen obducties gedaan. Dat zou de manier zijn om de vaccins als oorzaak uit te sluiten. Er wordt kortom niets uitgezocht.
Op de vraag “wat doen jullie met die meldingen?” volgde het antwoord “Die bellen we na”. Verdere informatie ontbreekt. Welke vragen er zijn gesteld is onbekend en wat de antwoorden daarop waren is niet vastgelegd; er is zelfs geen standaard vragenlijst bekend. Dat klink als het bekende “We doen maar wat, we moeten toch iets doen”.
Geen openheid
Ook deze data-analist klaagt dus over het gebrek aan data. Als buitenstaander moet je die maar bij elkaar zien te schrapen. De data zelf zijn ook niet kristalhelder. Hij merkt bijvoorbeeld op dat de classificatie van de bijwerkingen niet duidelijk is. Zo vallen hoofdpijn of duizeligheid onder de lichte bijwerkingen, die moet je accepteren. Maar er zijn gevallen bekend van mensen die maanden later nog steeds last hebben van duizelingen hebben of die maanden na de prik vanwege hoofdpijn bijna dagelijks ibuprofine nemen. Dat zou je dan geen “lichte bijwerkingen” meer mogen noemen.
Een ander voorbeeld van de problemen met de data: er wordt in de rapporten gesteld dat trombose-achtige aandoeningen geen noemenswaardige stijging laten zien. Als Lausen dat echter verifieert in bijvoorbeeld de statistieken van ziekenhuizen, is er wel degelijk sprake van een stijging die onderzoek behoeft.
Concluderend: veel incompetentie, gebrek aan nieuwsgierigheid en veel onvermogen in vooral (zo lijkt het weer) medische kringen en instituten. Data niet op orde en wat er wel op orde willen ze niet delen – de wetenschappelijke integriteit, en daarmee de kwaliteit, is volkomen zoek. Voor een boze opzet heeft Lausen geen aanwijzingen.
We zien het dus wereldwijd: overal waar onnozelen de scepter zwaaien, spinnen de gehaaiden er garen bij. Je zou bijna denken dat ze onder een hoedje spelen. Dat is niet zo want daarvoor is een strakke regie en gedisciplineerde werkwijze noodzakelijk. En visie.