Ontwikkelingen in de motie Omtzigt, omtrent het onafhankelijk academisch onderzoek naar de surmortalité. Het eerste antwoord van de minister en een brief aan Omtzigt heb je misschien al gelezen in het artikel van 15 januari. Zo niet, klik dan op de paarse balk hieronder.
Motie Pieter Omtzigt, antwoord minister en mijn brief aan Omtzigt
20 december 2022
Geachte Heer Omtzigt, beste Pieter,
Met verbijstering las ik een mededeling die betrekking had op uw ‘oversterfte-motie’. De motie was als volgt:
MOTIE VAN HET LID OMTZIGT
Voorgesteld 1 december 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
- constaterende dat er volgens het CBS 800 tot 900 personen meer overleden per week dan verwacht in de afgelopen twee weken;
- constaterende dat het RIVM rapporteert dat er in de afgelopen twee weken ongeveer 300 mensen per week zijn overleden aan COVID-19;
- overwegende dat het onduidelijk is welke oorzaken er nog meer achter deze hoge oversterfte zitten;
verzoekt de regering zo snel mogelijk een academisch onderzoek te laten starten om onderzoek te doen naar de redenen en oorzaken van oversterfte tot en met november 2021, en de Kamer hierover zo spoedig mogelijk te informeren, en gaat over tot de orde van de dag.
Omtzigt
Ik besteed al sinds augustus aandacht aan dit onderwerp. Maurice de Hond liet mij enige tijd geleden weten dat hij enkele van zijn contacten in Den Haag had gewezen op mijn artikelen. Het gaf mij veel genoegdoening dat mijn inspanningen mogelijk hebben bijgedragen aan de totstandkoming van bovenstaande motie. Totdat ik de volgende mededeling van demissionair minister de Jonge las:
‘De aangenomen motie van het lid Omtzigt waarin wordt opgeroepen om een academisch onderzoek te laten starten naar de redenen en oorzaken van oversterfte tot en met november 2021, kan momenteel nog niet worden opgepakt.
Bij de CBS-oversterfte gaat het om het verschil ten opzichte van een meerjarig gemiddelde. Als het verschil groot is, is het aannemelijk dat dit komt door COVID19, maar dit is niet zeker vanwege het ontbreken van inzicht in de onderliggende doodsoorzaken.
Het inzicht in de onderliggende doodsoorzaken van de overleden personen in november en daarmee in de oorzaken van oversterfte, heeft het CBS pas begin april 2022. Deze motie kan dan verder worden opgepakt en uitgewerkt.’
Demissionair minister Hugo de Jonge
Daarover valt veel te zeggen. Ik zal enkele punten noemen.
- Het is niet aan de minister om te bepalen of een externe, onafhankelijke onderzoeksgroep haar werk al dan niet kan doen. Als hij dat vooraf beslist, blokkeert hij de facto het onderzoek.
- Geen enkele academische groep kan onderzoek doen als de data niet beschikbaar zijn. Dit zou bovendien duiden op een onwetenschappelijke werkwijze van de dataverzamelaars en -eigenaren. Wetenschap is transparant, althans conform de richtlijnen voor wetenschappelijke integriteit van het KNAW. De betrokken partijen voldoen niet aan deze standaarden, wat al een rode vlag is die extern onderzoek des te noodzakelijker maakt.
- Het inzicht van het CBS is er nog niet, betoogt de minister letterlijk. Gelukkig gaat het ook niet om het inzicht van het CBS. Het gaat juist om een onafhankelijk academisch inzicht in de reeds lang aanwezige data.
- Dat de data zelf er zijn lijdt geen twijfel. CBS is per 1 juli gestopt met maandelijkse pre-rapportage maar dat betekent uiteraard niet dat de data niet verzameld zouden worden.
- De data zijn mogelijk nog niet geïnterpreteerd of zelfs ‘geplausibiliseerd’ maar een academische onderzoeksgroep moet geacht worden om hiertoe zelf uitstekend in staat te zijn. Dat is juist wat de groep zou moeten doen. Het alleenrecht op deze kundigheid mag nooit exclusief worden opgeëist door een overheidsinstituut.
- Ook bij ‘plausibiliseren’, wat het voornemen is alvorens te rapporteren, is de vraag hoe subjectief wordt vastgesteld wat plausibel wordt geacht en wat niet. Belanghebbenden kunnen de voorkeur geven aan andere plausibiliteiten dan onafhankelijke onderzoekers. Bias moet worden uitgesloten.
- Wachten op rapportage over kwartaal 4 is volstrekt onnodig. Het is van het grootste belang dat de vaccins zo spoedig mogelijk worden uitgesloten als (mede-)oorzaak van de oversterfte. Hiervoor volstaat onderzoek over het tweede en derde kwartaal. T.z.t. kunnen de bevindingen worden getoetst aan de cijfers van het vierde kwartaal. De urgentie vindt haar grond in het feit dat de trend heeft geleid tot 3.000 onverklaarde oversterftedoden in de laatste vier weken. (Onverklaard betekent: de totale oversterfte minus de door rivm gerapporteerde covidsterfte.)
- De data van kwartalen 2 en 3 zijn hoe dan ook verzameld en gedigitaliseerd, d.w.z. opleverklaar. Immers: kwartaal 3 zou binnen enkele weken al publiek gerapporteerd worden, hopelijk minder verdikt dan kwartaal twee.
- Het ontbreken van de data van oktober en/of november is geen enkel probleem. Het zijn juist de kwartalen 2 en 3 die geanalyseerd moeten worden.
- Dat de benodigde data van kwartalen 2 en 3 niet beschikbaar wordt gemaakt is, naar andere beschaafde landen kijkend, beschamend. Er is weliswaar een ingedikte rapportage over kwartaal 2, maar die is niet voldoende om fijnmazige analyses op uit te voeren. Essentiële vectoren ontbreken. In deze kwartalen twee en drie heeft de bedoelde oversterftetrend zich duidelijk afgetekend. Het is van het grootste belang dat deze data onmiddellijk ter beschikking worden gesteld van de wetenschap. Een black box-achtige werkwijze past niet bij een parlementaire democratie.
Gaarne bereid tot verdiepende toelichting,
Anton Theunissen
Bijlagen
Grafieken
Statistiek
Een onderhoud met statisticus Prof. Dr. Ronald Meester (hoogleraar waarschijnlijkheidsberekening aan de VU) resulteerde indeze studie. Daarin wordt een bepaalde correlatie aangetoond met verbluffend overtuigende cijfers. Ondanks dat ik enige methodologische opmerkingen heb, ben ik blij dat wetenschappelijk is bevestigd dat ik geen hersenspinsel najaag.
Daniël van der Tuin besprak het onderzoek in een artikel met in de kop:statistisch onderzoek wijst naar injecties als deel van verklaring. Wat ons betreft een te suggestieve titel die in de studie niet hard wordt gemaakt. Virusvaria en Het Eucalyptisch Genootschap werken samen aan een artikel met bespiegelingen over dit onderzoek. Eventuele artikelen zullen verschijnen op virusvaria.nl en eucalyptischgenootschap.nl.
Wettelijke bepaling
Wellicht ten overvloede: het vigerende wettelijk kader voor het CBS voorziet in de mogelijkheid gedetailleerde gegevens omtrent geregistreerde sterften (inclusief geregistreerde doodsoorzaak, etc.) te verstrekken aan wetenschappelijke instituten voor wetenschappelijk onderzoek. Uiteraard binnen kaders van privacy borging. Daartoe dient betreffend instituut alsdan een verzoek in te dienen bij het CBS. Gezien de urgentie van de onderhavige kwestie is vrijgave voor wetenschappelijk onderzoek thans zeer geboden en staat in contrast met de door demissionair minister de Jonge geïndiceerde termijn van publicatie van de cijfers door het CBS. Dat betreft openbaarmaking en is iets anders dan vertrekking voor wetenschappelijk onderzoek onder de bepalingen van voornoemde wetgeving.
Inmiddels is er, na enige schermutselingen, een nieuw antwoord geformuleerd door het ministerie (vanaf pagina 50 in deze pdf). De eerste paragraaf staat hieronder in het screenshot.
Allereerst probeert de minister het onderzoek te beperken tot november 2021. De motie werd begin december ingediend en verzocht om cijfers tot en met de laatste complete maand van dat moment (november). Om dan nu zonder overleg en na vertragingstactieken de motie te verengen tot toen, dat is een tactiek die opnieuw duidt op het willen beperken van pottenkijkers. Het is bepaald geen ministeriële reactie of transparante medewerking van een wetenschappelijk instituut. Maar er is nog meer gebeurd.
Kern van de motie was dat er onafhankelijk academisch onderzoek moet plaatsvinden naar de oversterftecijfers.
De minister beschrijft de uitvoering van een andere motie (onderzoek door CBS) en zegt dat hij zo uitvoering geeft aan deze motie…!?
De minister spreekt niet de waarheid als hij zegt dat hij uitvoering geeft aan de motie Omtzigt door aan CBS duiding te vragen. Punt is juist dat CBS dat niet kan of niet wil of in elk geval: niet doet, en het ministerie ook niet. Het is moeilijk te begrijpen dat niet de hele Kamer verontwaardigd over de minister heenvalt.
Mocht CBS naar aanleiding van deze ‘opdracht’ ernstige feiten ontdekken, dan erkennen ze dat ze al een klein jaar zitten te slapen en niet bezig zijn met de data als beschrijving van de samenleving.
Pieter Omtzigt was het er gelukkig niet meer eens. In een nieuw schrijven van Omtzigt drukt hij de nieuwe minister nog eens met de neus op de feiten.
In één paragraaf geeft hij echter naar mijn idee een niet zo handige voorzet. Omtzigt stelt namelijk voor om advies aan de KNAW te vragen. Door dit te doen legt hij de rode loper uit voor rivm, waarvan hij juist NIET wilde dat die het onderzoek samen met CBS zelf gingen uitvoeren.
Is het KNAW wel zo onafhankelijk, kan het adviseren over het rivm?
Bij een onderzoek als dit moet iedere schijn van belangenverstrengeling worden vermeden. Voor KNAW is dat niet mogelijk. Enkele voorbeelden:
vervlechting 1
De Commissie van Toezicht van het rivm is de commissie die het reilen en zeilen (ook tijdens de coronacrisis) heeft gecontroleerd en de wetenschappelijke integriteit borgt. Wie zitten er eigenlijk in die Commissie? Op de website zien we dat in elk geval twee leden zijn benoemd door… het KNAW. Die twee leden zullen toch al wel ruggespraak hebben met het KNAW over hoe dat advies eruit moet gaan zien en wie dan het beste bij zo’n onderzoek betrokken kan worden om de schade enigszins te beperken. Ze hebben immers als twee jaar de kans gehad om te corrigeren of in te grijpen – en dat nagelaten, mogelijk met dezelfde zelfvoldane arrogantie als waarmee rivm de richtlijnen voor wetenschappelijke integriteit aan de kant schopte. Richtlijnen opgesteld door het KNAW. De overige leden van de Commissie van Toezicht van het rivm zijn aangewezen door… de Minister van VWS.
vervlechting 2
Drie KNAW-leden hebben een bepalende functie in het OMT: Jaap van Dissel, Marion Koopmans en Menno de de Jong. Gaat het KNAW haar eigen leden over de knie leggen? Uit het oversterfte-onderzoek zal immers ook blijken hoe verantwoord het OMT heeft geacteerd, een OMT waarvan drie leden lid zijn van het instituut dat moet adviseren over een onafhankelijk onderzoek. Als het KNAW deze opdracht accepteert, begrijpen ze niet goed wat wetenschappelijke integriteit is- of ze hebben het mij niet goed uitgelegd.
vervlechting 3
Het KNAW heeft in mei 2021 haar erepenning uitgereikt aan rivm-directeur Jaap van Dissel. Hij werd geroemd voor zijn rol in de coronacrisis. Het KNAW heeft haar onderzoek dus al gedaan, het is uiterst tevreden over de aanpak. Het zou voor de KNAW een blamage zijn als zij de erepenning blijken te hebben uitgereikt aan iemand die richting heeft gegeven aan een beleid dat door onwetenschappelijk handelen bijvoorbeeld 8.000 mensen onnodig het leven heeft gekost.
Pieter Omtzigt maakt het zichzelf wel wat moeilijk.