In antwoord op kamervragen zegt demissionair minister Hugo de Jonge op de hoogte te zijn van de oversterfte sinds mei 2021. Deze oversterfte is inmiddels, eind november, opgelopen tot een surplus van ongeveer 5.000 onverklaarde overlijdens (bron). Lezen we zijn antwoorden op de kamervragen dan negeert de minister de maanden juli, augustus, september, oktober en november 2021. Dat zijn vijf van de zeven maanden in de periode waarnaar de vraag verwijst. Juist in deze maanden is de oversterfte sterk opgelopen. De minister doet alsof hij de vraag beantwoordt terwijl hij verwijst naar cijfers vanaf maart 2020 tot en met juni 2021. Daar ging de vraag natuurlijk helemaal niet over.
Antwoorden op Kamervragen van het lid Baudet (FvD) over oversterfte sinds mei 2021 (2021Z18962 ingezonden 29 oktober 2021).
Vraag 1: Bent u op de hoogte van de oversterfte die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) rapporteert sinds mei 2021?
Ik ben op de hoogte van de oversterfte zoals sinds mei 2021 gerapporteerd door het CBS.
Vraag 2: Wat is volgens u de verklaring voor deze oversterfte?
Het CBS spreekt van oversterfte als het waargenomen aantal overledenen hoger is dan het verwachte aantal overledenen in dezelfde periode. Op 4 november jl. heeft het CBS de sterftecijfers gepubliceerd tot en met het tweede kwartaal 2021. Hieruit is te concluderen dat sinds het begin van de coronapandemie in maart 2020 tot en met juni 2021 er in totaal 31.384 mensen aan COVID-19 zijn overleden. Het CBS stelt dat de oversterfte, ofwel het verschil tussen het waargenomen aantal en het verwachte aantal overledenen, bijna in z’n geheel wordt veroorzaakt door sterfte aan COVID-19.
Vraag 3: Laten andere landen vergelijkbare oversterfte zien?
Een internationale vergelijking is niet goed te maken. Dit komt doordat er internationaal geen uniforme methode bestaat voor het meten van oversterfte. Hoewel er internationale afspraken zijn gemaakt over het meten van het aantal COVID-19 overledenen op basis van de doodsoorzaak, zijn deze cijfers in veel landen minder actueel dan in Nederland.
Geen idee van sterftecijfers
Het lijkt er dus op dat de minister van VWS niet op de hoogte is van een belangrijke indicator van Volksgezondheid: de actuele mortaliteit – en dat ten tijde van een rondwarend Lijst-A virus, draconische maatregelen die op gevoel van enkele experts zijn uitgevaardigd en hagelnieuwe medicatie die zich nog moet bewijzen maar wel al wordt opgedrongen aan alle gezonde en minder gezonde Nederlanders.
Als de minister daarentegen wél op de hoogte is van de sterftecijfers -en dat is hij naar eigen zeggen- dan moeten we gissen naar de reden om ontwijkend te antwoorden. Hij verwijst niet voor niets naar een totaal ander tijdvak dan dat waar de vraag over gaat. Opnieuw laadt de overheid verdenking op zich dat er iets te verbergen is, door met misinformatie te komen en zo een andere realiteit te schetsen dan die uit de actuele data naar voren komt.
Er spreekt uit de antwoorden noch interesse in de gezondheidstoestand van burgers, noch betrokkenheid bij de volksgezondheid, noch begrip voor reële zorgen die daarover bestaan.
Geen boodschap aan Europese monitoring
Voorts beweert de minister dat een internationale vergelijking niet goed te maken is. Er zijn echter publieke bronnen zoals de European Mortality Monitor, waarin de sterftecijfers zijn verzameld van Oostenrijk, België, Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Duitsland (Berlijn), Duitsland (Hessen), Griekenland, Hongarije, Ierland, Israël, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Portugal, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland, VK (Engeland), VK (Noord-Ierland), VK (Schotland), VK (Wales) en Oekraïne.
Er zijn meer van deze bronnen en ze geven allemaal hetzelfde onweerlegbare beeld: Nederland is zeker geen unicum.
En nóg een zijwaartse beweging
Daarna probeert de minister opnieuw een draai te geven die afleidt van de kwestie. Hij begint over de problematiek van de doodsoorzaak-registratie, met name wat Covid-19 overlijdens betreft. Het gaat hier echter om algemene (over)sterftecijfers. De precieze verrekening met Covid-sterfte kan leiden tot marginale verschillen die in dit kader pas relevant zijn als de oversterfte eerst eens wordt erkend en onderzocht.
Verder zegt de minister dat de cijfers rond doodsoorzaken en Covid-sterfte in veel landen minder actueel zijn dan in Nederland. Dat is een nietszeggende en niet ter zake doende opmerking, net zo nietszeggend als de bewering dat de cijfers in veel landen wel degelijk actueler zijn dan in Nederland. Waar het om gaat: opnieuw geen antwoord op de vraag.
Kortom: het wordt er niet beter op. Het beleid is duidelijk niet gestoeld op de actuele situatie. Vragen worden inhoudelijk niet beantwoord, alleen vormtechnisch. Er wordt weggekeken van de realiteit. De overheid verft zich op deze wijze steeds verder in de hoek: laakbaarheid, mismanagement, hoofdelijke aansprakelijkheid worden steeds onontkoombaarder bij dit gedrag. En het gaat om vele duizenden mensenlevens.