Het ligt er echt zó dik bovenop… Eigenlijk al een half jaar, voor wie goed begrijpend kan lezen. Hoe kunnen de RIVM-ers zo blind zijn? Van de politici snap ik het wel; in mijn omgeving zijn ook genoeg intelligente mensen (waaronder artsen, rechters, advocaten, coaches, beslissers, overheidsfunctionarissen) die van toeten nog blazen weten. Ze gaan ervan uit dat ze bij de tijd en goed geïnformeerd zijn: ze houden de actualiteiten- en praatprogramma’s bij en lezen kwaliteitskranten. Dat is lastig praten.
In dit artikel komt op de eerste pagina een klassieke misvatting aan de orde over de maat van de (micro)druppels. Klassiek werden zwevende microdruppels gedefinieerd als kleiner dan 5 nanometer. Het is later gebleken dat zelfs druppels van groter dan 50 nanometer blijven zweven. Dat heeft verstrekkende gevolgen voor bijvoorbeeld de hoeveelheid virus die getransporteerd kan worden en transmissiegedrag. Het woord “druppels” is onduidelijk gedefinieerd, virologen gebruiken het te pas en te onpas en die ambiguïteit is medeverantwoordelijk voor een van de grootste rampen sinds honderd jaar.
Ik hoop niet dat Jaap van Dissel ooit gaat zeggen dat hij met ‘druppels’ ook die microdruppels bedoelde.
De link naar het MedScape staat verderop. Onderaan de Medscape pagina staat een ‘Next’ knop. Alle veelgehoorde tegenargumenten tegen aerosolen worden daar gefileerd door prof. Jimenez.
Enkele voorbeelden, puntsgewijs:
- Druppels vs micro druppels. Als de door WHO beschreven deeltjes werkelijk naar de grond zouden vallen, zou pollen-allergie niet bestaan.
- De afstandregel die de druppeltheorie moet bewijzen, zorgt in werkelijkheid voor verdunning van de geïnhaleerde aerosolen.
- Virologen hebben decennialang geweigerd te accepteren dat mazelen en tuberculose door de lucht gingen. Met exact dezelfde argumenten als ze nu gebruiken om aerosoltransmissie te ontkennen. Tuberculose bleek later uitsluitend via de lucht te besmetten.
- Virologen zeggen dat alleen virussen met een hoge besmettingsgraad (hoge R0) via aerosolen worden overgebracht. Hiervoor bestaat geen grond. Uiteraard zijn de meest gevaarlijke ziektes het best onderzocht – altijd met aerosoltransmissie als resultaat.
- Variabelen als verdunning, uitstootvariaties per drager en per infectiefase, viral load, individuele immuniteitsreacties geven bij Covid-19 een variëteit aan beelden. Dat maakt het moeilijker dan bijvoorbeeld bij mazelen, waar vrijwel iedereen ziek wordt die ermee in aanraking komt. Het is onzin om de mazelenkarakteristiek te eisen voordat aerosolen worden geaccepteerd.
- Onder gunstige omstandigheden zijn er bij Covid-19 besmettingen reproductiewaarden (R0) bereikt van 20 tot 25. Dat is ondenkbaar zonder besmetting via de lucht.