Rondetafelgesprekken moeten op 16 mei as. voor de regering duidelijkheid brengen over toekomstige maatregelen tegen virusverspreiding. Het is lovenswaardig dat verschillende partijen, waaronder de fysici van TNO, inspraak krijgen in het al dan niet effectief zijn van maatregelen, zeker na twee jaar draconisch regime waaruit op te maken viel dat men daar toch allang uit was. Lockdowns, (bijna verplichte) vaccinaties en het splijten van de samenleving tussen wel- en niet gecertificeerden doe je toch allemaal niet als je eigenlijk niet héél héél erg zeker bent van je zaak met internationale wetenschappelijke onderbouwing in de hand.
Wel dus. Maar goed: op weg naar een nieuw najaar zoekt men nu naar manieren om het beleid te laten bevestigen door externe partijen. Dat zou te prijzen zijn als we gevolgen konden verwachten in het geval een en ander onderuit wordt gehaald. Maar als Jaap van Dissel de externen heeft mede-geselecteerd, ligt vooraf al vast dat de consensus zal zijn: alle maatregelen zijn adequaat geweest, excellente wetenschap! Dat niet iedereen het daar dan mee eens is, dat is dan maar zo. In een democratisch proces (wat de wetenschap nu kennelijk is) kun je niet iedereen tevreden stellen.
Voor wie de wetenschap volgt lijdt het geen twijfel dat de dominante verspreidingsroute voor virussen die respiratoire ziektes veroorzaken via de lucht gaat. Het virus lift mee met aerosolen. Er is een school binnen de virologie die dit feit hardnekkig blijft ontkennen. Dit heeft historische gronden waaraan al vaker is gerefereerd. Virologen hebben decennialang geweigerd te accepteren dat mazelen en tuberculose door de lucht gingen met de argumenten die ze nu wéér gebruiken om aerosoltransmissie te ontkennen. Meer hierover in het kader aan het eind van dit artikel.
In het begin van de pandemie is de verkeerde richting ingezet door deze aerosolen-ontkennende medici waar toevallig het hele OMT uit bestond. Regering en media hebben zich aan hun loze aannames gecommitteerd met grote negatieve gevolgen en nu is er eigenlijk geen fatsoenlijke weg meer terug zonder gezichtsverlies.
OMT-standpunt 2020 samengevat door TNO Senior Researcher
TNO, ook uitgenodigd voor het rondetafelgesprek, heeft een position paper ingediend om aan te geven waar ze staan. Ze maken daarin duidelijk dat ze de ontwikkelingen in ieder geval sinds begin 2020 niet meer gevolgd hebben; het paper geeft de stand van zaken, zoals die toen helaas was, correct weer. Het stuk bevat geen verwijzingen of andere wetenschappelijke onderbouwing, zoals het OMT dat ook nooit heeft gehad. Tot zover spot-on. Oh wacht – er wordt één onderzoek aangehaald: van het rivm. Dat gaat over aantallen virusdeeltjes in speeksel. Dat schiet lekker op.
Verreweg de belangrijkste besmettingsweg is volgende deze Senior Researcher toch echt (herhaaldelijk genoemd) dat mensen elkaar in het gezicht hoesten. Zo raakt driekwart bevolking dus in een paar maanden besmet – overigens ook als hoesten geen kenmerkend symptoom is, zoals bij omikron-21 dat als nog besmettelijker geldt dan het twee jaar oude COVID-19. Hij presteert bijvoorbeeld om het volgende te stellen:
“…directe transmissie is de belangrijkste besmettingsroute van het SARS‐CoV‐2 virus. […] het virus wordt op korte afstand (minder dan 1,5 meter) overgedragen, o.a. door grotere deeltjes en een hoge concentratie kleine deeltjes (< 0,5 micrometer). Dit kan door bijvoorbeeld iemand in het gezicht te hoesten. Op deze directe transmissie heeft ventilatie nagenoeg geen effect. […] We weten echter niet precies hoe groot de kans is dat mensen in een binnenruimte via de aerogene route een besmetting oplopen. Daar is extra onderzoek voor nodig.”
Voor wie het niet gelooft: dit is het stuk.
Een bespreking kan volstaan met te zeggen dat het op het moment van schrijven al verouderd was en opgesteld zonder de huidige literatuur er even op na te slaan, afgezien van een veer tussen de billen van het rivm (dat als enige wordt aangehaald).
Dat iemand van TNO de fout durft te maken dat kleine deeltjes gedefinieerd worden als < 0,5 micrometer is eigenlijk met geen pen te beschrijven. Juist natuurkundigen van het TNO zouden moeten weten dat zelfs druppels van 50 micrometer (100x zo groot!) blijven zweven en dus in de gewraakte categorie van “airborne” kleine deeltjes oftewel “aerosolen” vallen.
[edit: “De WHO definieert ‘aerosolen’ als: zeer kleine druppels of druppelkernen (≤ 5 µm)”. ]
Mocht je het nog niet weten: dat de grens van 5 (dus niet 0,5) micrometer het maximum is om te kunnen blijven zweven, is een klassieke fout. Wolken bijvoorbeeld blijven ook zweven. Die zijn samengesteld uit talloze kleine waterdruppeltjes met typische diameter van meestal 5-50 micron. Een druppeltje van 1 micron wordt als “klein” beschouwd, 100 micron is een “grote” aerosol. [Nu hebben wolken ook zweefvermogen door opwaartse luchtbeweging dus eigenlijk was mist een beter voorbeeld geweest.]
Het omgekeerde van de gedeponeerde stelling lijkt meer wetenschappelijk gefundeerd:
“…indirecte transmissie is de belangrijkste besmettingsroute van het SARS‐CoV‐2 virus. […] het virus wordt in besloten ruimtes ook op meer dan 1,5 meter) overgedragen, hoofdzakelijk door een hoge concentratie kleine deeltjes (< 5 micrometer). Kleinere deeltjes bevatten meer virusdeeltjes en komen dieper in de longen. Epidemieën worden aangedreven door besmetting in besloten ruimtes, door accumulatie van uitgeademde virusdeeltjes en vrijwel niet in de buitenlucht”. bron
Iemand met met Luchtkwaliteit als specialisme zou toch mogen weten hoe druppelgrootte samenhangt met zweefvermogen! Dat doet me denken aan Marion Koopmans met haar “viroscience” in het Jeugdjournaal (al vaker gepost). Je vraagt je werkelijk af hoe mensen die eenmaal een positie hebben bereikt, daar kunnen blijven zitten. Of liever: wat ze moeten doen om die positie kwijt te raken.
Video van juli 2020: zwevende druppeltjes van 50 micron dus meer dan 100x zo groot als wat TNO aangeeft).
Grote aerosolen, zoals in de blauwe illustratie aangegeven, kunnen 100 micron groot zijn. Dat is 200 maal zo groot als wat Traversari op school uit zijn hoofd moeten hebben geleerd.
Kortom
Het is een verbazend onkundig stuk dat niet scherp doordenkt op het onderwerp dat ter tafel ligt. Het biedt daardoor geen additioneel inzicht op wat er 10 jaar geleden al bekend was. TNO heeft niet één voorgeschreden inzicht sinds begin 2020 terwijl er vanaf dat moment toch alle reden was voor fysici om zich ergens druk over te maken. Denk bijvoorbeeld aan Jos de Laat van het KNMI: “Het standaardmodel dat gebruikt wordt in de virologie en epidemiologie is gebaseerd op aannames die gewoon fysisch niet kloppen.” Ik vermoed dat Jos de Laat niet is uitgenodigd bij het rondetafelgesprek. Een goed voorbeeld zijn de eerste twee zinnen van het antwoord op de afsluitende vraag:
Heeft het al zin om ventilatie als maatregel in te zetten?
Traversari: “Toevoer van verse virusarme buitenlucht en een goede verdeling daarvan in een ruimte leidt over het algemeen tot een betere binnenluchtkwaliteit (lagere concentratie kleine deeltjes met virus). Om die reden is goede ventilatie van belang.”
Dus toch wel kleine deeltjes met virus… Maar dat wisten we toch niet? Ik proef wankelmoedigheid.
Heeft deze meneer eigenlijk wel in de gaten waar het om gaat, hoe “maatregelen” zijn ingezet? En dat een maatregel een specifiek doel heeft in de context van dit rondetafelgesprek? Is hij eigenlijk wel geïnteresseerd in het probleem dat levens heeft gekost en samenlevingen ontwricht?
Onvoorstelbaar. TNO… De ongeïnteresseerdheid is duidelijk niet alleen de politiek in geslopen. Het stuk van Traversari was voor mij het meest onthutsende. Het meest positief verrassende kwam van TU Delft.
Gelukkig: niet alle Position Papers zijn slecht
Prof.dr.ir Philomena M. Bluyssen (hoogleraar Indoor Environment) levert een paper op niveau, een TU waardig. Het is nota bene de tekst van dit youtube filmpje van 10 minuten. Plus referenties. Ik had het wel wat sterker gevonden als zij wat meer had verwezen naar studies waaraan zijzelf niet heeft meegewerkt, die zijn er ook.
Haar tekst laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Geen slagen om de arm, het belang van ventilatie staat buiten kijf. Een zin: “De coronapandemie laat zien wat het belang van ventilatie is in de strijd tegen virussen. Ook al is er meer kennis nodig over hoe potentiele ziekteverwekkers zich verspreiden in gebouwen, wat de beste condities en manieren zijn om ze te bestrijden, op de juiste manier ventileren lijkt een belangrijke verdediging tegen de pandemie.”
(OK, dat “lijkt” had eigenlijk “is gebleken” moeten zijn maar vooruit, het blijft wetenschap.)
Maurice de Hond (als enige niet vermeld met zijn doctorandustitel) recapituleert opnieuw hoe het mis is gegaan met het cherrypicken uit de studies van Wells en de fouten die de Koning daardoor in zijn Besluit heeft gemaakt. Erg prettig is dat hij concreet wordt: hij geeft aan hoe ver België al is met ventilatie en omschrijft bondig de basisgedachte achter zijn Deltaplan Ventilatie.
De 16 position papers zijn hier te downloaden.
Lees ook: Trefwoorden en steekwoorden uit de andere papers.
Een rode lijn in virusonderzoek: besmetting door adem
Steeds als er zich een ernstige respiratoir virus voordeed werd er naarstig onderzoek gedaan. Hieronder enkele voorbeelden: uit 1944, 2004 en 2020. Keer op keer bleek de lucht de dominante besmettingsroute, zoals hier bij tuberculose.
Robert Koch had al in 1905 de Nobelprijs ontvangen voor zijn baanbrekende tuberculose onderzoek. Fragment over Koch uit Sciencedirect: “Alle geïnoculeerde dieren vertoonden ziekte, maar geen van de niet-geïnoculeerde dieren vertoonden ziekte. Niet-geïnoculeerde cavia’s raakten echter besmet wanneer ze in dezelfde kamer leefden als geïnoculeerde dieren. Dit toonde de luchtroute van overdracht van het infectieuze agens.“
Desondanks vinden we 40 jaar later: Of de blootgestelde individuen zich nu in de onmiddellijke nabijheid van tuberculeuze kamergenoten bevonden of op een aanzienlijke afstand van hen, de incidentie van tuberculose was hetzelfde. Het besmettelijke agens was blijkbaar gelijkmatig door de kamer verdeeld. Aangezien de ziekte diep in het longparenchym is ontstaan via de ingeademde lucht, is het duidelijk dat de besmetting via de lucht werd overgedragen.“
Bron: https://www.atsjournals.org/doi/pdf/10.1164/art.1947.55.2.124, studie uit 1944
Een onderzoekslijn die zich via influenza (2000), rhinovirussen en andere airborne virussen (2003) doortrekt naar het SARS-virus in 2003 “Verspreiding van het virus via de lucht lijkt deze grote uitbraak van SARS in de gemeenschap te verklaren, en toekomstige inspanningen op het gebied van preventie en bestrijding moeten rekening houden met het potentieel voor verspreiding van dit virus via de lucht.“
https://www.nejm.org/doi/10.1056/NEJMoa032867?url_ver=Z39.88-2003&rfr_id=ori:rid:crossref.org&rfr_dat=cr_pub%20%200www.ncbi.nlm.nih.gov, studie uit 2004
En, meer recent, over SARS-CoV-2:
“Handen wassen en sociale afstand bewaren zijn de belangrijkste maatregelen die door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) worden aanbevolen om te voorkomen dat u COVID-19 oploopt. Helaas voorkomen deze metingen geen infectie door inademing van kleine druppeltjes die worden uitgeademd door een geïnfecteerde persoon die een afstand van meters of tientallen meters in de lucht kan afleggen en hun virale inhoud kan dragen. De wetenschap verklaart de mechanismen van dergelijk transport en er zijn aanwijzingen dat dit een belangrijke infectieroute is in binnenomgevingen. […] Het is daarom uiterst belangrijk dat de nationale autoriteiten erkennen dat het virus zich door de lucht verspreidt, en aanbevelen dat er adequate controlemaatregelen worden genomen om verdere verspreiding van het SARS-CoV-2-virus te voorkomen, met name het verwijderen van de met virus beladen druppeltjes uit binnenlucht door ventilatie.”
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S016041202031254X?via%3Dihub, april 2020
Kortom: een solide lijn van honderden studies bevestigt de transmissie van respiratoire virussen via de lucht. En nu op zoek naar een langetermijnstrategie.
De virologische basisaanname is onwrikbaar gebleken: besmetting gaat via direct contact. Andere routes zijn bijzaak. Overtuigend bewijs dat het via de lucht gaat wordt niet serieus genomen, ook niet als dat bewijs per specifiek virus wordt geleverd. Voor de basisaanname dat besmetting NIET via de lucht gaat ontbreekt elk bewijs. Dat besmetting van respiratoire virussen overwegend door druppels en contact plaatsvindt, is niet meer dan een gemakzuchtige aanname die al vele malen is gefalsificeerd.