Ik begrijp van Maurice.nl dat van Dissel in 2018 nog over scholen zei “Vooral als in de winter weinig geventileerd wordt, raken de kinderen besmet.” Ik heb het artikel opgezocht want ik geloof niemand meer op zijn woord en het bleek toen te kloppen – maar nu helaas niet meer. Het artikel is in de tussentijd aangepast. De oorspronkelijke tekst staat onderaan dit blog en dateert inderdaad van maart 2018.
Dit bijna twee jaar oude Quest-artikel (Quest.nl: voor nieuwsgierige jongens en meisjes) toont meer kennis van virustransmissie dan het geschutter van rivm en de Jonge samen, na 9 maanden intensieve aandacht, overleg en studie.
Integrale oorspronkelijke tekst onderaan deze pagina.
Kan iemand Jaap eens vragen waarom hij de griep nooit heeft proberen te stoppen? Dat waren toch jaar na jaar duizenden doden. Geen vinger naar uitgestoken en nu moet ineens seizoen na seizoen het hele land plat en iedereen een spuit in zijn mik, zonder enige actie op het gebied van ventilatie.
Een screenshotje: Jaap van Dissel gisteren in het AD, na 9 maanden voortschrijdend inzicht dat veel wegheeft van een moonwalk. Zelfs de seizoensinvloeden wil hij op het conto schrijven van het volk: Ze volgen de regels niet meer, richting winter…
Wat is er in de tussentijd toch met die man gebeurd? Regelt lockdowns terwijl hij geen idee heeft van effecten noch weet wanneer en hoe… Die kennis is zich nu razendsnel aan het ontwikkelen. Dat ontgaat van Dissel dus; hij houdt duidelijk niks bij.
De ‘oplopende aantallen tijdens de zomer’ waarop hij doelt zijn trouwens het toegenomen aantal testen, dat kwam toen eindelijk op gang. Verder liep er niks op. Ja, de onderverdeling: van die testen liep het aantal negatieve veel hoger op dan de positieve testen, die nauwelijks opliepen.
Wat hij hier mee wil zeggen, geen idee, “De aantallen”. Warrige man geworden in twee jaar tijd.
Hieronder de oorspronkelijke tekst van het artikel in Quest, maart 2018. Een gedeelte van de tekst staat nog op de quest.nl, sterk ingekort. Bepaalde paragrafen kwam ik wel weer tegen in andere artikelen over griep.
Hieronder de gekopieerde tekst van een Facebook post uit maart 2018 maar dus © Quest.nl:
Waarom slaat de griep altijd toe als de ‘R’ in de maand zit?
Het is een eeuwenoud raadsel: Waarom slaat de griep altijd toe in de winter? Omdat het koud is, natuurlijk. Maar de kou kan je toch niet besmetten?
TEKST: FRANK BEIJEN – Quest
Je wordt wakker met een gloeiend heet hoofd. Heeft de verwarming soms de hele nacht staan loeien? Een seconde later lopen er koude rillingen over je lijf. En hee, het lijkt alsof je spierpijn in je armen voelt. Uhmpf. Je hebt zeker griep. Snel kruip je terug in bed en bel je je baas. ‘Je bent al de vijfde die zich vandaag ziek meldt’, zegt ze. ‘Volgens mij heerst het.’
Als een griepgolf ons land overspoelt, dan is dat altijd in de koude maanden. Meestal begint het aantal griepgevallen in oktober te groeien. De hoogste piek ligt vaak tussen december en februari, en pas rond april is de griep weer uitgeraasd. Tegen die tijd worden ze in Australië en Nieuw-Zeeland juist ziek. Want als het bij ons zomer is, is het winter op het zuidelijk halfrond. Waarom slaat de griep altijd toe in de winter?
Wetenschappers noemen griep ‘influenza’. Dat komt van het Italiaanse influenza di freddo, ‘de invloed van de kou’. Daarom drukken bezorgde ouders hun kinderen in de winter op het hart dat ze alleen met een jas en een sjaal de deur uit mogen. Maar het is niet de kou die je ziek maakt, het is een griepvirus. Kennelijk besmet dat je eerder als het koud is dan in warm weer.
Maar waarom is dat zo?
Griep zit in de lucht
Voordat je besmet bent, moet het virus eerst een reisje maken. Startpunt: een besmet mens. Reisdoel: de argeloze voorbijganger. Dat klinkt reuze simpel, maar voor een virus is reizen een hele opgave. Een virus kan namelijk niet op eigen kracht bewegen. Het is een piepklein, dood pakketje eiwitten met erfelijk materiaal, dat willoos meelift met allerlei stoffen die uit je lichaam komen. Het rotavirus en het norovirus reizen bijvoorbeeld mee via de ontlasting. Het griepvirus zit verpakt in piepkleine waterdruppeltjes. Wanneer je niest, verspreid je die krachtig, en soms met veel kabaal. Maar je distribueert ze ook kwistig zonder dat je het doorhebt: bij het uitademen. De druppeltjes met het virus erin zijn zo klein dat je ze niet ziet, en ze kunnen uren door de lucht blijven zweven. Aan de Amerikaanse universiteit Virginia Tech werd in 2011 de concentratie virussen onderzocht in de lucht, in vliegtuigen, crèches en een dokterswachtkamer. Liefst de helft van de monsters was besmet met griepvirussen. Gemiddeld waren dat 16.000 stuks per kubieke meter lucht. Betreed je een kamer waar eerder op die dag een grieppatiënt heeft gezeten, dan kun je de griepvirussen die hij heeft verspreid inademen. Of dat gebeurt, hangt sterk af van de temperatuur. Microbiologen van de Amerikaanse Mount Sinai School of Medicine gebruikten in 2007 cavia’s om te testen hoe dat zit. Ze namen steeds een krat met cavia’s, die ze injecteerden met een griepvirus, en zetten dat naast een krat met vier gezonde soortgenoten. Bij vijf graden Celsius raakten alle gezonde cavia’s besmet. Toen ze het experiment herhaalden bij twintig graden, werd maar één cavia ziek. En bij dertig graden bleven de gezonde cavia’s zo fit als een hoentje.
Kou geeft vleugels
Waarom dat zo is? Dat heeft te maken met luchtvochtigheid. Misschien verwacht je dat virussen gedijen in vochtige en warme omstandigheden, want in de koelkast groeien ziektekiemen minder snel. Maar virussen kunnen zich veel sneller verspreiden als het koud en droog is. Koude lucht bevat minder vocht dan warme. Als de cavia’s druppels met het griepvirussen uitademen in droge, koude lucht, dan verdampen die druppels deels. Zo wordt het druppeltje klein genoeg om te zweven en waait het simpel naar de cavia in het krat ernaast.
[Impressie van hoe een afweercel (links) kleine antilichamen maakt die het griepvirus (de drie bolletjes rechts) willen opruimen.]
Een virus kun je ook oplopen als het op een voorwerp zit. Vooral op glad materiaal, zoals hout, plastic en metaal, blijft een griepvirus lang aanwezig. Vandaar dat een deurklink zo’n beruchte besmetplek is. Pak je die beet en veeg je daarna je hand langs je mond of neus, dan kan een virus ook in je lichaam komen. Maar dan moet het eerst nog twee barrières zien te passeren.
Neus werkt slecht
Het is al geen pretje dat bij koud en droog weer meer virussen door de lucht vliegen. Maar je hebt dubbel pech: bij kou en droogte zijn de bloedvaatjes in je neus minder doorbloed en werken de trilhaartjes in je neus minder goed. Griepvirussen kunnen dan gemakkelijker je lichaam binnendringen. Zijn griepvirussen eenmaal binnengedrongen in je lichaam, dan heb je je afweersysteem nog. Werkt dat wellicht ook slechter in de winter? Lang dachten wetenschappers van wel. Dat zou komen door vitamine D, dat je nodig hebt voor een goed functionerend immuunsysteem. En omdat je lichaam vitamine D aanmaakt onder invloed van de zon, heb je er meer van in de zomer dan tijdens de winter. Maar in een studie van het Radboudumc in Nijmegen uit 2016 was er geen verband te vinden tussen het vitamine D-niveau en de aanmaak van zes verschillende cytokinen: signaalstoffen die de afweercellen aanmaken en tussen die cellen communiceren.
Help, een virus!
Interessanter zijn de cytokinen zelf. In het Nijmeegse onderzoek werden in de loop van een jaar bloedmonsters verzameld van 534 gezonde proefpersonen. Het bloed werd blootgesteld aan verschillende bacteriën, schimmels en virussen om de afweerreactie te meten. ‘Zodra de cytokinen een indringer zien, gaan ze communiceren met andere cellen’, legt artsonderzoeker Marlies Noz van het Radboudumc uit. ‘Af en toe is hun boodschap heel specifiek. Bijvoorbeeld: ‘Help, ik zie een virus, het is nu zaak om de juiste types witte bloedcellen aan te maken.’’ Die reactie werkt niet alleen in het lichaam, maar ook als het bloed in een reageerbuis zit. In het onderzoek bleek dat drie belangrijke cytokinen sterker worden geproduceerd in de zomer dan in de rest van het jaar. Vooral bij de afweerreactie op griep was er een sterk seizoensverschil te zien. Volgens de Nijmeegse onderzoekers is de winterdip in het afweersysteem een van de mogelijke verklaringen voor de jaarlijkse grieppiek in de koude maanden.
Waarom werkt de immuunreactie slechter als de ‘R’ in de maand is? Omdat het buiten dan zo koud en donker is? Of omdat je steeds wat afkoelt als je even door de kou moet? Daar probeerden Radboud-onderzoekers afgelopen zomer achter te komen tijdens het Lowlandsfestival. Ze lieten zo’n 200 festivalbezoekers in een bad van 16 graden stappen. Van tevoren en achteraf namen ze bloed af. Aan het bloed voegden ze griepvirussen toe, waarna ze de aanmaak van cytokinen onder de loep namen. Dat koude bad was niet voor de lol. ‘Als je daar in stapt, offer je je echt op voor de wetenschap’, lacht Noz. ‘Met het bad willen we winterse kou simuleren. We willen weten of je meer kans hebt op griep als je in de winter even zonder jas en sjaal buiten loopt, of als je door een bui regen fietst. Dat zegt iets over het acute effect van kou op je afweer tegen griep. Daar weten wetenschappers nog heel weinig over.’
De Spaanse griep hield in 1918 in heel de wereld huis.
De uitkomst van de Lowlands-test kennen we nog niet. De resultaten komen in de loop van 2018 naar buiten. Maar het zal ons begrip van onze weerstand hooguit een klein stapje verder brengen, want het afweersysteem zit duizelingwekkend complex in elkaar. Jaap van Dissel, hoogleraar interne geneeskunde en hoofd infectieziektebestrijding bij het RIVM, is nog niet overtuigd van de seizoensinvloed op de signaalstoffen in je afweersysteem: ‘Als de afweerreactie van cytokinen inderdaad minder goed werkt in de winter, zou je ook een piek verwachten bij ziektes zoals urineweginfecties en legionella. Die pieken ontbreken.’
School is broeinest
Maar dat lage luchtvochtigheid en temperatuur voor winterse griepgolven zorgen, staat ook voor Van Dissel als een paal boven water. Hij noemt nog een andere oorzaak: in de winter zit je de hele dag binnen met de ramen dicht en bovenop elkaar. Dat klinkt misschien raar, want in veel kantoorgebouwen kunnen ramen ook in de zomer niet open. Toch komen we vooral in de winter frisse lucht tekort. ‘Scholen zijn de grootste hotspot voor griepoverdracht’, zegt Van Dissel: ‘Vooral als in de winter weinig geventileerd wordt, raken de kinderen besmet. En zij steken hun ouders weer aan.’
Dan hadden de Italianen eeuwen geleden toch al gelijk met hun ‘invloed van kou’. Je krijgt griep onder invloed van kou. Virussen hebben dan meer kans om jou te bereiken, ze dringen gemakkelijker door je neus naar binnen en ze hebben mogelijk ook minder moeite met het omzeilen van je immuunsysteem. Natuurlijk kun je proberen de griep voor te zijn door in de herfst naar Australië te vliegen en pas een half jaar later terug te keren naar Europa. Maar als je dat niet kunt betalen, trek dan gewoon een jas aan en doe een sjaal om. Zo verklein je de kans dat je griep oploopt. En dan geef je het virus ook niet door. 7
Prik vóór de golf
Een voordeel van griep als seizoensziekte is dat je de griepprik op een vast moment kunt uitdelen. Het RIVM adviseert de griepprik te halen tussen half oktober en half november. ‘Dan ben je op tijd voor de grootste piek van het jaar, want het vaccin heeft twee à drie weken nodig om afweerstoffen op te roepen’, zegt Jaap van Dissel van het RIVM. De griepprik is voor iedereen met een verhoogd risico op griep: mensen boven de zestig en mensen met bijvoorbeeld hart- of longaandoeningen of die suikerziekte hebben. Als je al gezondheidsproblemen hebt, kan de griep je vervelende complicaties bezorgen, zoals een longontsteking. Het is erg lastig om precies te voorzien welke griepvirussen dit jaar gaan toeslaan. ‘We kijken naar de virussen die eerder in zuidelijke landen als Australië en Nieuw-Zeeland waren’, zegt Van Dissel. ‘Dat zegt iets over de waarschijnlijkheid dat een bepaald griepvirus bij ons opduikt. Zo proberen we te ontdekken hoe het vaccin precies moet worden samengesteld.’
‘Scholen zijn de grote hotspots voor de overdracht van griep’
Jaap van Dissel, 2018
Griepfeiten
- Volgens het RIVM had in het griepseizoen van 2016-2017 een half miljoen Nederlanders griep. Minder dan de helft ging daarmee naar de huisarts.
- Het is moeilijk vast te stellen hoe vaak de griep leidt tot ernstige complicaties. In elk geval belandden zo’n 6500 mensen in het ziekenhuis met complicaties van de griep.
- Tijdens de griepepidemie, die duurde van november 2016 tot maart 2017, stierven er 7500 mensen meer dan normaal. Volgens het RIVM is een groot deel daarvan waarschijnlijk aan de griep te koppelen. De griep en zijn complicaties zijn vooral fataal als je toch al een zeer zwakke gezondheid hebt.
- De dodelijkste grieppandemie uit de geschiedenis was de Spaanse griep. Daar stierven zo’n vijftig miljoen aan tussen 1918 en 1920. De griep eiste meer dan twee keer zo veel levens als de Eerste Wereldoorlog, die in 1918 eindigde. De griep sloeg vooral toe onder twintigers en dertigers. Die waren in hun jeugd blootgesteld aan griepvirussen uit een heel andere groep. Daardoor werkte hun natuurlijke weerstand niet goed tegen de Spaanse griep.
Heb je griep of heb je gewoon een koutje gevat?
Griep en verkoudheid lijken sterk op elkaar. Beide worden veroorzaakt door een virus, beide komen ze vooral voor in de koude maanden, van beide kun je koorts krijgen en/of keelpijn en/of een verstopte neus. Met griep kun je een week of langer zoet zijn. En het kan uitgroeien tot hardnekkiger ziektes, zoals een longontsteking. Een andere ziekte die vaak met griep wordt verward, is buikgriep. Eigenlijk is dat helemaal geen griep: je wordt niet besmet door griepvirussen, maar door entero- of norovirussen. Die verspreiden zich via ontlasting of braaksel. De beste tip tegen verspreiding van buikgriep: was je handen goed na je wc-bezoek.Dure ziekte
Griepje, of toch iets anders?
Je zou het misschien niet zeggen, maar griep is een van de duurste ziektes van Nederland. Jaarlijks blijft 13 procent van de Nederlandse werknemers een of meerdere dagen thuis met een griepje. De griepslachtoffers zijn gemiddeld vijf dagen ziek. In totaal gaan daarmee zo’n 4,4 miljoen werkdagen verloren. Dat kost werkgevers 1,1 miljard euro op jaarbasis. Met dat geld kun je vijf keer de Braziliaan Neymar kopen, de duurste voetballer ter wereld. Je kunt er ook ongeveer dertien F-35-gevechtsvliegtuigen (de Joint Strike Fighter) van aanschaffen.