Mondmaskers moeten weer, niets aan te doen. In Januari verscheen een Cochrane Review die de effectiviteit van maskers betwistte en daarbij wees op problemen binnen wetenschappelijke instellingen. Er is namelijk geen effect door niet-farmaceutische interventie (‘maatregelen’) op populatieniveau. Uit de analyse bleek niet alleen dat er geen bewijs is dat maskers de ziekte verminderen maar zelfs dat er veel bewijs is dat deze maatregel niets uithaalt bij grote populaties, wat eigenlijk al een eeuw bekend was. Recente onderzoeken wijzen op de gzondheidsschade die de mondkapjes veroorzaken (de milieuschade was al lang geaccepteerd als collateral damage).
Geconstateerd werd dat de noodzakelijke voorwaarde van onpartijdigheid steeds meer naar de achtergrond verschuift.
Het zal geen verbazing wekken dat die bewering stof deed opwaaien. Degenen die mondkapjes verplicht hadden gesteld of sterk hadden aanbevolen aan bange mensen, vonden het niet fijn om op hun nummer te worden gezet.
Nu wordt de Cochrane Review beschouwd als een standaardbron voor medische informatie. In zo’n Review worden meta-analyses gemaakt van gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken, uitgevoerd door onderzoekers wereldwijd. Normaal gesproken een zeer gerespecteerde methode die wordt beschouwd als waardevolle samenvatting van de stand van zaken op het moment van publicatie.
Dat daarin de klad is gekomen zagen we al in een als Cochrane Review gepresenteerde Nederlandse studie. Of moeten we zeggen ‘een essay door een select groepje vaccinpromotoren die zich voordeden als Cochrane Nederland”? Achteraf bleek dat dit essay niet als een echte “Cochrane Review” mocht worden beschouwd terwijl Minister Kuipers het wel als zodanig aan de Kamer had geserveerd. Kan allemaal, mag allemaal, nooit meer wat van gehoord, ook niet van Cochrane International. Het antwoord van minister Kuipers op diverse vragen was nietszeggend.
Als zo’n Cochrane-analyse van maskereffectiviteit ingaat tegen de zienswijze van de overheid en de gevestigde medische orde, dan is de boot aan. Er kwam wereldwijd felle kritiek dat dit zo niet kon. Een artículo van David Strom reconstrueert die controverse, die ik hieronder samenvat.
Klimaatactivisten en journalisten kregen ruim baan in gezaghebbende media, zoals New York Times. De hoofdredacteur van het onderzoek brak het zweet uit en voegde, in kennelijke paniek, snel een bijlage toe waarin werd gesuggereerd dat de bevindingen niet doorslaggevend waren. Deze bijlage is sindsdien gebruikt als bewijs dat de review gebrekkig was of zelfs ingetrokken. Dit is echter nooit het geval geweest en het is duidelijk dat de hoofdredacteur simpelweg bezweek onder druk van nieuwsorganisaties zoals de New York Times.
Veel mensen hebben hierdoor de indruk gekregen dat dat Cochrane-onderzoek is “ontkracht” of “ingetrokken”, maar dat is dus niet zo. De studie staat nog steeds overeind, tegengesteld aan het narratief. Er wordt echter niets mee gedaan, mondkapjes zitten veilig in de gereedschapskist van de volgende minister. Kritische vragen over mondkapjes worden afgebluft met de vermeende intrekking van het negatieve onderzoek. Waarom, dat weten we niet – maar kun je van iemand verwachten dat hij toegeeft zó lang fouten te hebben volgehouden?
Terug naar uitgever Soares-Weiser, die ook een e-mail kreeg van de New York Times. De reactie van de redacteur was overhaast en slordig: ze impliceerde dat het onderzoek rammelde en deed dat zonder zelfs maar commentaar te vragen aan de auteurs van het stuk. Let wel: zelf was ze onbekend met het onderwerp.
Wetenschappelijke instellingen, inclusief de uitgevers, maken zichzelf volstrekt ongeloofwaardig door ideologische beïnvloeding. Waar is onbevooroordeeld bewijs gebleven, waar zijn nog integere wetenschappers? Hoofdredacteuren en directeuren van wetenschappelijke uitgevers rijden rond in dikke auto’s. Ze zullen dus wel iets goed doen, maar wetenschap is het niet meer.
Het lijkt wel een virus dat om zich heengrijpt, iets met ideologisme, wokisme, deugisme, globalisme, ik weet het niet. Wetenschappelijke feiten moeten passen in een divers, inclusief, deugzaam en vooral gehoorzaam kader. De media doen er lustig aan mee want de overheid houdt van volgzaamheid en zonder overheidssteun krijgen veel media het moeilijk, met name de media die objectiviteit pretenderen.
De drijfveer ‘waarheidsvinding’ is op elk niveau verdwenen. Overal, het lijkt wel een besmettelijk virus. Dat virus woedt niet alleen in de medische industrie. In de klimaatindustrie is het net zo erg, mogelijk nog erger.
Alleen Corona of ook klimaat?
Een soortgelijke gang van zaken zien we bij een paper uit 2022 dat werd ingetrokken. Klimaatwetenschappers die het niet eens waren met de inhoud trokken aan de bel. Het was een keurig paper dat vragen stelde bij de stelligheid van klimaatalarmisme, waar enkele terechte en onderbouwde vraagtekens bij werden gezet. Dat was een twistpunt en dat mocht daarom niet. Geen nadere onderzoek, geen nadere wetenschappelijk discussie. Taboe.
We bevinden ons in een verontrustende episode waarin de wetenschappelijke methode, het academische peer-reviewproces, de uitgevers en de media gecorrumpeerd zijn door politieke en financiële motieven die zich manifesteren als onbetwistbare ideologie.
In 2022 verscheen “A critical assessment of extreme events trends in times of global warming,” (Een kritische beoordeling van trends in extreme gebeurtenissen in tijden van opwarming van de aarde), dat de conclusies van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) beoordeelde. Het artikel gaf voornamelijk een overzicht met onderbouwde kanttekeningen. Dat lokte stevige reacties uit. Enkele activistische klimaatwetenschappers en journalisten (o.a. The Guardian) oefenden druk uit op de uitgever, Springer Nature, om het artikel in te trekken. Dit resulteerde in een onderzoek naar het artikel en uiteindelijk in de intrekking ervan. Valide redenen om het artikel terug te trekken waren er niet. Er was geen bewijs van onderzoeksfraude, wangedrag, belangenconflicten of wat dan ook. Men was het simpelweg oneens.
Het laat zien dat klimaatwetenschap net als de medische wetenschap onderdeel is geworden van een industrie, een politiek-financieel conglomeraat. Van alle kanten wordt met succes invloed uitgeoefend op het publicatieproces, zowel openlijk als achter de schermen. De machten zijn te groot.
Die verklontering van machthebbers in de industrie, de politiek, de media, bankwereld is vooraanstaand kenmerk van een stroming die ik niet zal noemen omdat alleen dat woord al mensen dusdanig op de kast jaagt dat hun denkvermogen wordt geblokkeerd.
Roger Pielke beschrijft de gang van zaken in zijn Substack. Lees het en huiver. Hieronder een veelzeggende fragment, vertaald.
Reviewer 1:
“Ik ben het er helemaal mee eens dat de oorsprong van de grote toename van het aantal weer- en klimaatgerelateerde catastrofale gebeurtenissen grotendeels te wijten is aan een verhoogde blootstelling en kwetsbaarheid die samenhangt met demografische en economische groei en niet zozeer aan klimaatverandering.”
“In dit manuscript, evenals in [Alimonti et al.], wordt benadrukt dat ondanks het bestaan van detecteerbare trends in gemiddelde variabelen, er in de meeste gevallen geen trends in extreme gebeurtenissen bestaan. Ik begrijp wat de auteurs bedoelen, maar we moeten voorzichtig zijn met de exacte formulering van de zinnen. […] Het opsporen van trends in extreme gebeurtenissen is veel moeilijker dan het opsporen van trends in gemiddelde variabelen. Het is duidelijk dat de beperkte hoeveelheid gegevens voor extreme gebeurtenissen het veel moeilijker maakt om veranderingen statistisch significant te detecteren. De grote interjaarlijkse variabiliteit van statistieken van extreme gebeurtenissen betekent dat zelfs als er veranderingen zijn, deze door de beperkte hoeveelheid gegevens waarover we beschikken lange tijd niet te detecteren zijn.”
Reviewer 1 concludeert:
“naar mijn mening kan het manuscript niet gepubliceerd worden”
Reviewer 2 adviseerde om het artikel te accepteren en merkte op:
“De uitspraken van de auteurs zijn over het algemeen in overeenstemming met de beoordeling geproduceerd door werkgroep 1 van het IPCC in hun zesde beoordelingsrapport (AR6).”
Het tijdschrift stuurde het commentaar van Reviewer 1 naar de auteurs (Alimonti et al.) die vervolgens hun Addendum herzagen en aan EPJP reageerden met de herziening en het antwoord op de reviews. Reviewer 1 (en blijkbaar alleen Reviewer 1) kreeg het herziene Addendum toegestuurd. Reviewer 1 beoordeelde het Addendum opnieuw en reageerde op het tijdschrift met de volgende conclusie (mijn nadruk toegevoegd):
“Samengevat zijn de beweringen in het addendum correct (en in lijn met cherry-picked statements in IPCC AR6 en in geselecteerde publicaties), maar ze worden gepresenteerd op een manier die niet het volledige beeld geeft. Vooral gezien het feit dat de typische lezers van het tijdschrift EPJP geen klimaatexperts zijn, denk ik dat de redactie serieus moet nadenken over de implicaties van de mogelijke publicatie van dit addendum.”
Welke implicaties?
Ondertussen vroeg de oorspronkelijke redacteur van de paper, Ongena, ook om twee andere beoordelingen van het addendum, die hij deelde met Fabroni.
Reviewer 3:
“Het oorspronkelijke artikel is een rechttoe rechtaan opsomming van geloofwaardige, belangrijke gegevens over verschillende soorten extreme weersomstandigheden. Ik vind niets selectiefs, vooringenomens of misleidends in wat ze presenteren. Hoewel er nauwelijks iets wordt geschreven dat niet bekend is bij experts, is het nuttig voor niet-experts om de onderliggende gegevens te zien, die meestal onduidelijk zijn in de IPCC-rapporten. . .
Het addendum is een nauwkeurige bespreking van de mate waarin het oorspronkelijke document het eens is met het IPCC over drie soorten extremen. Het document voldoet aan professionele standaarden – specifiek, gedetailleerd en met citaten.”
Reviewer 4:
“De belangrijkste bijdrage van de auteurs is om verder terug te kijken in het klimaatrecord (inclusief begin 20e eeuw), toen veel soorten extreme gebeurtenissen vergelijkbaar waren met nu. Het artikel richt zich niet specifiek op de toeschrijving (oorzaak) van een trend (of het gebrek daaraan).
Ik zie geen redenen om dit werk te bekritiseren. Bovendien worden de meeste van hun conclusies ondersteund door het IPCC AR6 WG1.”
Fabroni nodigde een vijfde persoon uit om op te treden als “Adjudicator”, eindbeoordelaar over het Addendum en het herziene Addendum. Blijkbaar kreeg de Adjudicator alleen de beoordelingen van Reviewer 1 en 2 te zien.
De Adjudicator begon zijn rapport met het bespreken van zijn/haar mening over het originele paper, waarbij hij/zij opmerkte dat dergelijk commentaar niet tot zijn/haar taak behoorde:
“Dit is een uitdagende taak, omdat ik niet denk dat het originele manuscript voldoet aan de normen die vereist zijn voor een wetenschappelijke publicatie… Hoewel mij niet is gevraagd om commentaar te geven op het originele manuscript, zou ik sterk aanbevelen om het beoordelingsproces van dit manuscript opnieuw te beoordelen.
De Adjudicator richtte zich toch voornamelijk op de originele paper, ondanks het feit dat hij niet was uitgenodigd om die paper te bespreken, en besloot met een aanbeveling om de originele paper in te trekken:
“Ik ben het eens met reviewer 1 dat het addendum niet voldoet aan de wetenschappelijke standaarden die publicatie mogelijk maken. Verder beveel ik aan om het originele manuscript in te trekken.”
Geen woord dus over onjuiste methodieken, fraude, datamanipulatie, belangenconflicten – men was het simpelweg oneens. En dan buigt de wetenschap voor peer pressure. Het geloof in de wetenschappelijke methode is gebroken. De uitgever (Springer) noch de hoofdredacteur reageren op vragen over het gevolgde, hoogst ongebruikelijke protocol bij de peer review.
Links naar de documenten waarop e.e.a. is gebaseerd zijn in een vervolgartikel van Pielke te vinden.
In Amerika heeft Biden nieuwe vaccinatierondes aangekondigd voor elke Amerikaan van 6 jaar en ouder.
Ook in UK begint de paniek om zich heen te grijpen. De start van de aangekondigde prikcampagnes is daar zelfs naar voren gehaald, zie John Campbell.
Met wetenschap of gezondheid heeft het allemaal niets te maken.
Ik weet nog dat we vroeger een pestkop in de klas hadden. Zijn paar jaar oudere broer was nog erger. Zij maakten argeloze kinderen bang met bedreigingen. Het gevoel om macht te kunnen uitoefenen moet daar een rol hebben gespeeld. Ze dwongen bange klasgenootjes kauwgom van de straat trekken en op te eten. Ze lokten een hond en schopten hem vervolgens invalide. Gewoon omdat het kon. Dat soort mensen bestaat.
Ik zie ook hier omtrekkende bewegingen om aan te tonen dat de overheid mogelijk fout geweest is met de coronamaatregelen. Met de kennis van nu zou ik dit liever willen omdraaien: de overheid is doelbewust de maatschappij aan het slopen en burgers de dood injagen met levensgevaarlijke prikjes.
Mocht de overheid het daar niet mee eens zijn dan zie ik graag de bewijzen van het tegendeel. Zolang die er niet komen houd ik de overheid met al die absurde maatregelen verantwoordelijk voor alle schade, lijden en oversterfte. De bal ligt dus bij het bestuur.