Mögen aangekondigd is Herman Steigstra aan het rekenen geslagen en zijn we verder door gaan denken. Het resultaat postte hij net op steig.nl. Ik heb zijn titel (het enige waar ik nog een vraagteken bij had) wat ingekort want of CBS ‘oversterfte’ ziet en hoeveel hangt helemaal af van de ‘verwachte sterfte’ waarvoor ze kiezen: Hun eigen verwachting, die van het RIVM of de ‘normsterfte’ die we op sterftemonitor ook hanteren. We zijn er wat dat betreft nog niet helemaal uit. Wat het RIVM doet is inmiddels wel duidelijk. Dat gezegd hebbende: hieronder het artikel.
CBS ziet nog 5 jaar oversterfte, maar RIVM ziet dat niet
Soms duurt het even voor een kwartje valt, maar dit kwartje valt met een reuzeklap. Op 15 december 2023 publiceerde het CBS een prognose met de titel:Prognose overledenen; geslacht en leeftijd, 2023-2070. Het interessante is dat het hier inderdaad gaat om een prognose, het eerst voor het jaar 2023, dat dus op dat moment al bijna voorbij was. Dat is dus eigenlijk een flauwe, want die is trefzeker.
De prognoses voor de jaren daarna zijn interessanter. We kijken tot 2040, want de prognoses worden met de jaren onzekerder. Zelfs voor 2024 is de prognose onzeker, maar deze cijfers stellen ons wel in staat om in het hoofd van het CBS te kruipen en hun visie op de oversterfte te gaan lezen. Maar eerst moeten we een uitstapje maken naar de te verwachten waarde, oftewel de baseline, die we straksnormsterftezullen gaan noemen.
Die Baseline
Zowel het CBS als wijzelf hebben statistische berekeningen gedaan op basis van de sterftecijfers van 2010-2019 in relatie tot de samenstelling van de bevolking. Wij hebben hierover in november 2023 eenuitgebreid artikelgeschreven. Onze berekende te verwachten jaarsterftes verschilden bijzonder weinig van de jaarcijfers die het CBS toen publiceerde en geven dus naar beide zijden enig vertrouwen over de juistheid van de aannames.
Het berekenen van deze baseline doen zowel CBS als wijzelf op vrijwel dezelfde manier. Per leeftijd berekenen wij een sterftekans in de tijd als een rechte lijn, die voor elke leeftijd heel langzaam daalt met de jaren. Voor een beperkte tijd is dat een acceptabele benadering, maar ooit zal de daling van deze lijn moeten stagneren. Immers, het lijkt onwaarschijnlijk dat we ooit onsterfelijk gaan worden.
Sterftekans
De sterftekans per leeftijd is bepalend voor de totaal te verwachten sterfte per jaar. Door deze kansen telkens te vermenigvuldigen met het aantal inwoners per leeftijd (dat doen we voor mannen en vrouwen apart) en die te sommeren, bereken we het totaal aantal te verwachten overlijdens in een jaar. Onder de aanname dat die kans heel langzaam daalt, maar de bevolkingsomvang juist langzaam toeneemt, zien we als totaalresultaat dat de jaarlijkse sterfte langzaam toeneemt. Tot 2020 was dat tussen de 0,5% en 1,0% per jaar.
Levensverwachting
Een veelgebruikte parameter om de te verwachten te bereiken leeftijd aan te geven is de levensverwachting. Onder de levensverwachting wordt verstaanhet aantal jaren dat iemand naar verwachting nog heeft te leven. Als de toekomstige sterftekans voor elke leeftijd hetzelfde zou blijven, dan blijft ook de levensverwachting hetzelfde. Maar als de sterftekans afneemt, dan neemt tegelijk de levensverwachting toe. Voor iemand die in 2020 werd geboren, was dat voor mannen 80 jaar en voor vrouwen 83,3 jaar lezen we indeze publicatie van CBSuit 2020 waarin we deze grafiek tegenkomen:
We zien hier dat de levensverwachting langzaam toeneemt met de jaren, maar het verschil tussen mannen (geel) en vrouwen (paars) blijft constant 3,5 jaar. In eenander artikel van CBSuit 2014 wordt dit verschil juist steeds kleiner: van 7 jaar in 1990 tot 2 jaar in 2030. Maar hoe dan ook, de levensverwachting wordt steeds hoger, we worden steeds ouder, dus de sterftekansen nemen af.
Met behulp van ons eigen rekenmodel kunnen we deze prognose ook zelf berekenen:
Hierbij moeten we wel aantekenen dat deze grafiek (net als bij CBS) is gebaseerd op het extrapoleren van de steeds kleiner wordende sterftekans. Voor de vrouwen zijn de werkelijke berekeningen getoond. Voor de mannen wordt na 2030 de onzekerheid zo groot (mannen zouden langer gaan leven dan vrouwen), dat we deze hebben afgestemd op die van de vrouwen, die dus ook onzeker is. Maar het geeft een indicatie waar we aan zouden kunnen denken, geen absolute waarheid.
En nu de CBS-prognose
Daar begonnen we tenslotte mee. Tot 2024 was het CBS verantwoordelijk voor de wekelijkse rapportage van de sterftecijfers. Deze werden getoond in een grafiek, waar de sterfte werd afgezet tegen de baseline met bandbreedte. Dit is een voorbeeld van de rapportage destijds:
De dunne blauwe lijn is de baseline, de per week te verwachten sterfte, berekend door het CBS. De dikke lijn is de werkelijke sterfte.
Vanaf 2024 werd deze rapportage overgenomen door het RIVM, dat van de gelegenheid gebruik maakte om de cijfers af te beelden tegen de achtergrond van hun eigen prognose. Het was dus niet meer de eerder door CBS verwachte waarde waarmee werd vergeleken, maar hun eigen prognose. Als de werkelijke sterfte daarvan niet te veel afweek, was de weekwaarde “Niet verhoogd”.
Nu wordt het interessant, want nu kwam het CBS op15 december 2023dus ook met een prognose. Die is vooral interessant als we kijken naar de prognosesnach2023. In deze grafiek hebben we alles samengebracht:
De blauwe lijn is de door ons berekende baseline (gemarkeerd met “Normsterfte”), die dus t/m 2023 vrijwel identiek is aan de jaarcijfers van het CBS (oranje lijn). Het CBS lijkt in hun berekeningen al rekening gehouden te hebben met de te verwachten ondersterfte in de jaren na corona.
In 2020 zien we als gevolg van corona de werkelijke sterfte (zwart) met rond de 13.000 toenemen in vergelijking tot de te verwachten sterfte. De oversterfte is met een lichtblauwe kleur aangegeven en houdt na het verdwijnen van corona tot op heden nog steeds onverminderd aan.
Er worden allerlei verklaringen voor gegeven, maar de enige verklaring die nog steeds niet wordt geaccepteerd, is die waar vaccinatie een rol speelt. Uitgestelde zorg zou het zijn, “iets met corona” en zelfs vergrijzing werd genoemd door wie niet goed met cijfers kan omgaan.
Ook zijn de RIVM-prognoses als een groene lijn opgenomen. Volkomen onduidelijk wat we hiervan moeten begrijpen. Het lijkt meer een goedbedoelde lijn om aan te geven met welke sterfte we rekening moeten houden. Deze prognose heeft dus geen signaalfunctie meer maar wordt nog wel zo gepresenteerd (zie ooksterftemonitor.nl).
Maar de uitleg van CBS geeft opeens licht in de zaak. De rode lijn is de prognose die het CBS nu afgeeft en we beginnen maar eens in de rechterhelft. Het belangrijkste in de constatering dat de rode en blauwe lijn vanaf 2029 heel dicht bij elkaar komen te liggen. Dat betekent dat CBS ervan uitgaat, dat de sterftekans vanaf dat moment weer ongeveer ons model gaat volgen. Het CBS verwacht zelfs een iets lagere sterfte dan we mogen verwachten op grond van de normsterfte. De richting van de lijn tussen 2020 en 2024 was al de juiste, want die wordt nog steeds gevolgd volgens deze prognose van CBS.
Alles wat valt in de categorie “vergrijzing” of “einde daling sterftekans” kunnen we wat CBS betreft nu dus meteen wegstrepen: de langzame daling van de sterftekans wordt weer voortgezet. Blijft als officiële verklaring over: uitgestelde zorg, waarvan al lang is vastgesteld dat dit een minimale invloed heeft gehad op sterfte. En als allerlaatste de categorie “onverklaarde oversterfte”, want vaccinatie mag het niet heten.
Prognose vanaf 2023
Het volgende dat we gaan bekijken is de CBS-prognose voor de sterfte in 2023. Vrijwel alle cijfers waren bekend dus prognose en werkelijke cijfers komen nagenoeg overeen. Maar het vervolg is intrigerend. Voor 2024 wordt door CBS nog een iets hogere sterfte verwacht (het ziet er naar uit dat de sterfte eind dit jaar zelfs nog 4000 hoger wordt).
Maar wat CBS ook verwacht, is dat we daarna nog niet van de oversterfte af zijn. Die zal langzaam gaan verdwijnen, uitgesmeerd over 2024 tot 2029, dus nog 5 jaar oversterfte voor de boeg. Het CBS verwacht het, maar geeft verder geen uitleg. Ook het RIVM geeft als waakhond over onze gezondheid geen uitleg, terwijl zij vrijwel dezelfde prognose hebben.
De vraag is dus eigenlijk of we deze afwijking van gemiddeld 13.000/jaar van de te verwachten waarde verhoogd mogen noemen. RIVM meldt wekelijks expliciet “Niet verhoogd” en benadrukt daarmee niet alleen de juistheid van hun eigen prognose maar ook dat het sterfteniveau geen reden tot zorg is. Het instituut geeft verder geen enkel inzicht in wat er aan de hand is. Hiermee komt het neer op het wegmoffelenen van de oversterfte die we sinds 2020 blijven zien.
Normsterfte
De verwarring rond prognoses en verwachtingen wordt er niet minder op. Moeten we uitgaan van de oorspronkelijk berekende baseline van CBS, die ze nu niet meer publiceren? Of die van het RIVM misschien en moeten we accepteren dat wat we waarnemen ook meteen maar de norm is en daarmee automatisch ook “niet verhoogd”?
CBS is de weg kwijten kan kennelijk niet kiezen tussen prognose (rood in de grafiek) en te verwachten sterfte (oranje). Het RIVM kan niet overweg met baselines en signaalwaardes. Kunnen we dan misschien de procedure gebruiken, zoals gepubliceerd inResearchgate, met uiteindelijk vrijwel dezelfde waarden als die van CBS, maar wel voor iedereen te reproduceren?
Op deze site is eerder een pleidooi gehoudenvoor het invoeren van het begrip “Normsterfte”, net zoals we dat voor veel andere grootheden al kennen. Net als bijvoorbeeld de BMI (Body Mass Index) die we kennen om een richtlijn voor gezond lichaamsgewicht te hebben. Deze beweegt niet mee met de gemiddelde gewichtstoename. Dat moet dan een reproduceerbare rekenmethode zijn op basis van historische sterftecijfers, waar tijdelijke verschuivingen in het beeld geen invloed hebben.
Wel lijkt het zo dat het CBS met deze prognose -op de wat langere termijn- recht heeft gedaan aan het accepteren van de oorspronkelijk te verwachten sterfte op basis van sterftekans. Immers, de prognoses van het CBS gaan weer af op trend in de oorspronkelijk berekende te verwachten sterfte.
Een “onbekende oorzaak” heeft tot op heden ruim 60.000 extra overlijdens veroorzaakt. Met de prognose van eind 2023 heeft CBS onderstreept dat onzenormsterftede juiste basis is voor de berekeningen.
Schlüsse
Om een goede beoordeling van oversterfte te kunnen krijgen, moet er een betrouwbare lange-termijn prognose zijn. Het CBS heeft een prognose afgegeven voor de te verwachten sterfte voor de komende decennia en vanaf 2029 komt deze prognose weer vrijwel overeen met de waarden berekend uit ons eigen rekenmodel, denormsterfte. Het verschil tussen de waargenomen sterfte en deNormsterfteis dan een objectieve maat voor deübersterfte.
Plotselinge afwijkingen van deNormsterfte, of het nu gaat om incidentele pieken of meerjarige trendbreuken, zullen verklaard moeten worden én bewezen onherstelbaar zijn, voordat de Normsterfte hierop wordt aangepast. Hiervoor zijn criteria nodig want geleidelijke afwijking van een voorspelling is onontkoombaar en die zal bijstelling vereisen. Gezien de belangen, de beleidsimplicaties en ideologieën die hiermee gemoeid kunnen zijn, zou een onafhankelijke commissie in het leven kunnen worden geroepen die de overheid c.q. het ministerie van VWS hierin adviseert.
0 Reaktionen